Heb jij wel eens kippenhartjes gegeten? Het is de moeite waard om het eens te proberen. Het is smaakvol, gezond en in sommige landen een delicatesse.
Sommige dingen veranderen nooit. Tenminste dat denken we. We nemen de werkelijkheid voor lief en verworvenheden zien we als vanzelfsprekendheden. Het leven is een cyclus van winter, lente, zomer en herfst. Dat keer op keer weer. Jaar in, jaar uit. De enige constante in het leven is verandering. In de jaargetijden zijn de veranderingen groots en opvallend. Veranderingen in jezelf zijn daarbij relatief. Klein en nietszeggend in het groter geheel van de mensheid, desalniettemin in jouw belevingswereld allesomvattend. Die kleine veranderingen in jezelf kunnen ineens een andere realiteit scheppen en je wereldbeeld net een klein beetje anders maken.
Zo heb ik altijd heel stellig beweerd, dat ik orgaanvlees verafschuw. Dat ik het niet lekker vind en niet wil eten. Nooit. Hetzelfde geldt voor bonen met een zetmeelstructuur zoals bruine bonen en kidneybonen. Het orgaanvlees heeft een zelfde soort structuur als bonen.
Mijn grote zus eet geen orgaanvlees en bonen. Ik eet geen orgaanvlees en ik kan 10 bonen eten, meer niet. Mijn kleine zusje eet geen orgaanvlees en geen bonen. Steevast kookte mijn moeder voor ons drieën iets anders wanneer zij, mijn broer of vader zin hadden in bonen, lever of kippenhartjes. Dat was onveranderlijk. Dacht ik.
Totdat ik op een dag een bakje met kippenhartjes in de winkel tegenkwam. “Doe eens iets wat je anders nooit zou doen”, had ik die middag in tijdschrift gelezen. Met een kookblog en fascinatie en interesse voor voeding vond ik dat ik dat advies moest opvolgen. Ik stapte over mijn eigen schaduw en kocht de kippenhartjes. Ik bereidde de hartjes.
Ik ging zitten aan tafel. Met angst en aarzeling prikte ik met een vork in een kippenhart op mijn bord. Ik bracht het hart naar mijn mond. Ik zou dit niet lekker vinden. Ik hapte. Mijn tanden kregen wat weerstand. Het vlees was stevig, niet taai. Ik proefde. Het smaakte naar kip. Het smaakte intens naar kip. Het was lekker. Het was gewoon lekker!
Daar ging mijn levenslange overtuiging de deur uit. Ik lust kippenhartjes!
Ok, lever, zwezerik en meer dan 10 bonen…dat is me nog een stap te ver. Maar kippenhartjes? Die lust ik wel.
Een mens kan veranderen…
- 350 gram kippenhartjes
- 250 gram Kastanjechampignons
- 1 rode ui
- 2 sjalotten
- peper
- zout
- 1 stengel citroengras
- 2 theelepels kokosolie
- 2 tenen knoflook
- klein bosje thijm (4 tot 5 takjes)
- 1 theelepel komijn
- ½ theelepel cayennepeper
- Knoflookpers
- Snipper de ui, sjalotten en citroengras fijn.
- Verhit de kokosolie in de pan. Wanneer de kokosolie is gesmolten voeg je de gesnipperde ui, sjalotten en citroengras toe. Knijp met een knoflookpers de tenen knoflook uit boven de pan. Fruit alles licht aan. Bak de thijm ook mee.
- Voeg de kippenhartjes toe aan de pan. Besprenkel de kippenhartjes met de theelepel komijn en de halve theelepel cayennepeper. Roer alles goed door elkaar. Breng verder op smaak met veel peper en een klein beetje zout.
- Snijd terwijl de kippenhartjes aan het bakken zijn de kastanjechampignons in partjes.
- Wanneer de kippenhartjes verkleurd zijn van rood naar bruin kan je de partjes kastanjechampignons toevoegen. Bak de kastanjechampignons en kippenhartjes nog een paar minuten door totdat de kastanjechampignons ook mooi bruin gekleurd zijn.
- Dit gerecht smaakt erg lekker met pasta, rijst of gewoon een simpele rauwkostsalade. Je kunt met de smaken variëren door meer, minder of andere specerijen te gebruiken.
Wil je reageren of heb je vragen? Dat kan hier.