In de serie Oergerecht: De Groninger pannenkoek wordt gemaakt met een gistbeslag. De pannenkoek is smaakvol en stevig. De Groniger pannenkoek vult goed en is ideaal om te serveren als je van plan bent pannenkoeken als avondeten te eten.
Voor deze editie van de rubriek oergerecht blijf ik dichter bij huis. We gaan dit maal naar de provincie Groningen.
Groningers hebben wel wat met pannenkoeken. Er is zelfs een klein streekje in de gemeente Groningen dat echt Pannekoek heet. Het is een klein streekje aan de rand van de gemeentegrens. Het grappige is dat het streekje bij een doodlopend weggetje begint nabij een plek die daar bekend is als de Poffert. Het weggetje is waarschijnlijk vernoemd naar een café dat daar ooit heeft gestaan. Een poffert is een soort cake dat traditioneel wordt gemaakt in ouderwetse poffertpan.
Ook komt de pannenkoek voor in een oud Gronings gezegde. Het gezegde gaat als volgt: “Als het pannenkoeken regent, dan zijn mijn schotels omgekeerd.” Het betekent weinig geluk hebben. De pannenkoeken uit dit recept zullen niet uit de hemel komen vallen. Maar zorg er wel voor dat je schotels met de goede zijde naar boven staan zodat je deze pannenkoeken kunt opvangen als ze uit de pan glijden.
Deze Groningse pannenkoek wordt gemaakt met een traditioneel gistbeslag en wordt goed gevuld met krenten en op smaak gebracht met kaneel. De pannenkoek krijgt daardoor een goede stevige structuur en is erg smaakvol. Dochterlief is geen fan van krenten, dus die heeft ze eruit gepeuterd. De pannenkoek zelf vond ze overigens wel erg lekker. Ik vond ze heerlijk.
- 6 gram droge gist
- 600 ml lauwe halfvolle melk
- 300 gram bloem
- 1 theelepel zout
- ½ theelepel kaneel
- 2 eieren (losgeklopt)
- 100 gram krenten
- 1 eetlepel kristalsuiker
- roomboter (om in te bakken)
- Meng de bloem, kaneel en zout samen in een kom. Roer goed door. Maak een kuiltje in het midden van de kom. Zet de kom opzij.
- Verwarm de melk tot het lauwwarm is.
- Neem 100 ml van de melk apart. Voeg hierbij de gist toe. Laat dit mengsel 10 minuten staan. Het gistmengsel zal na 10 minuten schuimig zijn.
- Klop ondertussen de 2 eieren los in een klein kommetje.
- Neem de kom met bloem er weer bij. Schenk het gistmengsel in het kuiltje terwijl je voorzichtig roert.
- Voeg de losgeklopte eieren samen met 100 ml van de overgebleven melk toe aan de kom met de bloem. Klopt dit alles samen tot een gladde deegmassa. Je kunt dit met een garde doen, maar een staafmixer of een handmixer maken het werk een stuk makkelijk.
- Verdun de ontstane deegmassa met de rest van de melk. Doe dit geleidelijk aan door steeds een beetje melk toe te voegen en goed te blijven kloppen. Houd een klein beetje van de melk over.
- Voeg tot slot de krenten bij het beslag. Doe ook de suiker er bij. Schenk het laatste beetje melk ook in de kom. Roer alles goed door tot de krenten goed door het beslag zijn verspreid.
- Bedek de kom met een stuk plasticfolie of met een natte theedoek. Laat het beslag nu in ongeveer 60 minuten rijzen. Het beslag is klaar als het in volume is verdubbeld.
- Als het beslag gerezen is roer je dit nog een keer goed door voordat je de pannenkoeken gaat bakken.
- Verwarm een koekenpan op het vuur. Laat steeds voor elke pannenkoek ongeveer een theelepel boter in de koekenpan smelten. Schep met een kleine maatbeker (maat ½ cup) of met een soeplepel het beslag in de pan. Draai de pan rond, zodat de bodem van de pan helemaal bedekt is met het beslag.
- Als er kleine bubbeltjes aan de bovenkant van de pannenkoek verschijnen kan je de pannenkoek keren om de andere kant te bakken. Bak de pannenkoeken aan beide kanten mooi bruin op matig vuur. Bak zo alle pannenkoeken gaar totdat het beslag op is.
- Stapel de pannenkoeken op elkaar en bedek ze met een aluminiumfolie om ze warm en zacht te houden.
- Serveer de pannenkoeken met stroop, appelmoes of poedersuiker.
- Het gistbeslag voor deze pannenkoeken heeft tijd nodig om te rijzen. Als je deze pannenkoeken wilt maken moet je rekening houden met de rijstijd.
Wil je reageren of heb je vragen? Dat kan hier.